Beboter de springvorm.
Was de pruimen, haal de pit eruit en snijd ze in vieren.
Laat ze in 3/8 dl water 5 minuten koken in een gesloten pan. Roer een glad mengsel van maïzena met de rest van het water, roer het met de suiker door de pruimen en laat het koken tot het een dikke massa is. Neem de pan van het vuur, roer er de boter en de walnoten door en laat de pruimen afkoelen.
Zeef de bloem in een schaal. Strooi het zout erover en verdeel er de boter in klontjes overheen. Doe de eieredooier en de suiker in het midden en kneed alles vlug tot een smeuïg deeg. Wikkel het in folie en laat het 1 uur in de koelkast rusten. Verwarm de oven voor op 200 graden. Rol twee derde deel van het deeg uit en bekleed er de bodem en de rand van de springvorm mee. Vul de deegbak met het pruimenmoes. Rol de rest van het deeg uit, snijd er met een deegradertje repen van en leg deze als een vlechtwerk over de pruimen. Bak de taart 35-40 minuten op de tweede richel van onderaf.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |