Schil de gemberwortel zo dun mogelijk, rasp hem en meng hem
door de suiker.
Brand de suiker onder voorzichtig roeren in een pan met dikke
bodem, bijvoorbeeld een kleine koekenpan, tot karamel; ze moet
goudgeel van kleur zijn.
Haal de pan van het vuur en voeg er het warme water bij.
Breng de massa, al ze niet meer schuimt, opnieuw aan de kook
en laat haar zachtjes koken tot alle karamel is opgelost.
Voeg de azijn en de ketjap toe en bind de saus met de
aangemengde maïzena.
Roer er tenslotte de bakgember door.
Deze saus wordt gegeten bij gebakken vis, maar ook bij
saté babi en geroosterd varkensvlees.
In de koelkast bewaard blijft ze ± 2 weken goed.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |