Neem het vlees en de rugfilets van de botten.
Dep alle konijndelen droog, wrijf ze in met zout en peper en bak ze in 100
gr boter rondom bruin.
Voeg 25 gr boter toe, temper het vuur en braad het vlees zachtjes nog
± 5 minuten.
Neem de rugfilets en ± 3 minuten later ook de rest van het vlees
uit de pan en houd het warm.
Laat de suiker op laag vuur heel licht karameliseren.
Voeg de port toe en laat tot 2 eetlepels stroperig vocht inkoken.
Voeg de fond toe en laat de saus tot 2 1/2 dl inkoken.
Verwarm de pruimen in de saus, schep ze uit de saus en houd ze warm.
Zeef de saus en breng haar opnieuw aan de kook.
Breng op smaak met zout en peper.
Klop vlak voor het serveren de boter door de saus.
Schik een deel van het konijnenvlees en de rugfilets op de borden en
serveer met de saus en de warme pruimen.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |