Spoel de kabeljauwfilets onder koud water af en dep ze met
keukenpapier droog.
Zout ze licht en besprenkel ze met citroensap.
Leg de filets in een vuurvaste schaal en overgiet ze met 3
eetlepels warm water.
Schuif de schaal afgedekt 25 minuten onderin een op 220°C
voorverwarmde oven.
Was intussen de kruiden voor de saus en snijd ze fijn.
Neem de visfilets uit de schotel en houd ze op een
voorverwarmde schaal warm.
Verhit de boter in een pan, strooi de bloem erin en laat al
roerend 3 minuten bakken.
Vul het visnat met water tot 1/4 liter aan en giet dit in de
pan.
Roer het glad en laat 5 minuten koken.
Neem de pan dan van het vuur en roer er de room door.
Maak op smaak met peper.
Voeg de garnalen en de kruiden aan de saus toe en verwarm deze
weer, maar laat niet koken.
Giet de saus over de vis en garneer het gerecht met schijfjes
augurk.
Lekker met gesmoorde tomaten en aardappelen met peterselie.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |