Voor de saus:
40 gr boter
50 gr bloem
4 dl visbouillon
± 2 eetlepels melk
2 eetlepels fijngesneden peterselie
Zet het water in een ruime pan op met de graten, de kruiderij
en het zout en laat 20 minuten trekken.
Giet het vocht door een zeef en breng het opnieuw tegen de
kook aan.
Bestrooi de velkant van de vis met foelie, tijm, gemalen peper
en zout.
Vouw de filets dubbel met de velkant naar binnen en bind er
een draadje om (of rol ze strak in plasticfolie).
Pocheer ze 10 minuten in het vocht, neem ze met een
schuimspaan uit de pan, haal de draadjes (of het folie) weg en
leg ze op een verwarmde schaal.
Kook de aardappelen in plakjes en de knolselderij in blokjes
goed gaar, maak er een gladde puree van en breng die op smaak
met zout en een klontje boter.
Spuit een mooie pureecirkel op een schotel en leg de visfilets
erin.
Kook de worteltjes en de peultjes apart in krap water met een
klontje boter gaar en schik ze bij de vis.
Smelt de boter in een klein pan en fruit de bloem hierin op
laag vuur goudgeel.
Voeg al roerend het gezeefde pocheervocht van de vis (krap 4
dl) toe en blijf roeren tot een gebonden saus ontstaat en maak
de saus af met de melk en de peterselie.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |